Er hangt een rustige, warme sfeer in het restaurant. Slechts enkele tafeltjes zijn bezet, de rest van het land zit gebogen over de Sinterklaassurprises en -gedichten. Nadat de drankjes zijn opgenomen kijk ik wat om me heen en zie aan het raam een jong stel met een klein meisje, ik schat haar een jaar of vier. Terwijl haar ouders met elkaar in gesprek zijn speelt het meisje met een mobiele telefoon.

Om het geplande etentje doorgang te kunnen laten vinden heb ik me de hele dag rustig gehouden. Sinds mijn bezoek aan de huisarts afgelopen donderdag voel ik me nog alles behalve lekker, maar met de toegestopte medicijnen is het uit te houden. Al snel staan de gerechten op tafel en we laten het ons smaken. Na een wat gezapige dag kan ik hier erg van genieten.

Op het moment dat bij ons het hoofdgerecht wordt geserveerd begint aan het tafeltje aan het raam de discussie over een eventueel nagerecht. Blijkbaar voor een peuter een minder boeiend onderwerp, want het meisje ziet haar kans schoon om onze aandacht op te eisen. Ze springt naast ons tafeltje en vertelt luid en duidelijk dat ze iets heeft besteld, wat, dat kunnen we niet verstaan. Ze springt weer terug naar haar ouders maar holt daarna direct weer naar ons om haar boodschap te herhalen, nu nog wat harder. Ik werp een blik op haar moeder, die me lijkt aan te kijken met een blik als “wat is ze schattig hè?”. Uit beleefdheid houd ik mijn blik neutraal en richt mijn blik op haar vader, maar ook hij lijkt niet van plan het meisje te corrigeren.

Nadat het meisje voor de laatste keer probeert duidelijk te maken wat ze heeft besteld gaat haar vader met haar in gesprek en zetten wij onze eigen gesprekken voort. Even later zie ik tot mijn opluchting het meisje achter een kinderijsje zitten.

Al snel worden onze gesprekken opnieuw verstoord door het meisje met de dansende krullen. Dit keer rent ze naar ons tafeltje met het parapluutje van papier dat is overgebleven van haar kinderijsje. Ze draait het tussen haar vingers in het rond, hopende op een reactie. Het gezicht van haar moeder, voorzien van een brede glimlach, krijgt van mij een geïrriteerde blik terug. Het heeft geen effect, het meisje staat keer op keer bij ons tafeltje en mijn gezicht spreekt boekdelen. Ineens ben ik het zat:

“Willen jullie aan haar tafel houden alsjeblieft?” Ik doe mijn best mijn stemvolume laag te houden ondanks mijn kookpunt.
“Ik kan haar niet vastbinden hoor”, verweert de moeder zich.
“Ik heb er last van.”
“Het is een kind hè?”
“Ja, en jullie zijn haar ouders hè?” bijt ik terug.

Zwaar beledigd kijkt de vrouw naar haar partner, zoekend naar bevestiging. Als ze de rekening hebben voldaan en zijn vertrokken keert de rust terug.

 

 

0 likes
(37 keer bekeken, 1 lezers vandaag)